Stichting Kindertehuis Pinokio

Gewapende overval
November 2000
De 4 bezoekers die wij op 10 oktober hebben gehad waren niet zo aardig. In tegendeel.

10 oktober -11,30 uur - Eetzaal: de kleine kinderen die naar school moeten zatten net aan tafel te lunchen, Rudolf had net telefonisch bericht gekregen dat zijn oma was overleden, Marijke probeerde hem te troosten, Rob zat aan tafel een kopje koffie te drinken, Maria en de Nanny liepen rond en ik was gebukt om uit de kast een kopje te pakken. Ik hoorde een gegil dat ik niet zo snel thuis kon brengen. Toen ik opkeek, zag ik uit mijn gebukte positie een arm en een pistool. Van schrik stond ik onmiddellijk overeind, net op tijd om een tweede man binnen te zien komen, ook hard schreeuwend dat dit een overval was. Onmiddelijk daarna kwam numero 3 via de binnen plein met een aantal grotere kinderen en de rest van het personeel die hij uit de voorkant van het huis naar de eetzaal voortdreef. Numero 4 kwam uit het slaap gedeelte waar hij ook een aantal kinderen had gevonden. Iedereen die in huis was, behalve Tatiane (16 jaar) die eerder uit school was gekomen en heerlijk op haar bed lag te luisteren naar muziek uit haar walkman, waren dus bijeen gebracht in de eetzaal. Anna-Lucia (16 jaar ) en Flávio (15 jaar) waren nog niet thuis uit school. Alle andere 45 kinderen en 10 volwassenen - wij hadden een bezoeker - werden onder schot gehouden.


De voorpagina van de O-dia

Het was allemaal zo onwerkelijk dat ik niet eens bang werd. Onmiddellijk naam ik de leiding. Vroeg wie de leider was en wat hij wilde. "Geld", schreeuwde hij heel nerveus. "Kalm" zei ik. "Hier zijn alleen maar kinderen en niemand heeft voornemens zich te verzetten. Als geld is wat jullie willen, dan ga ik het halen". Iedereen stond inderdaad stokstijf en niemand voelde (gelukkig) de behoefte de held uit te hangen.

Heel snel beende ik de eetkamer uit, richting kantoor met een stuk tuig achter mij aan. Zo snel als mijn benen mij konden dragen stond ik voor de kast waar, gelukkig een envelop met 500 Real lag. Heel snel gaf ik deze over en liep terug naar de eetkamer. Daar aangekomen gilde dezelfde man dat hij meer geld wilde hebben en ik heel standvastig beet hem terug dat ik niets meer in huis had. Hij insisteerde, ik stampvoette om meer kracht aan mijn ontkenning te geven en zij besloten om te vertrekken. Zij wilden de draagbare telefoons hebben. Wij ontkenden die te hebben. Stom van hem, in zijn hebzucht heeft hij deze op kantoor over het hoofd gezien. Hij wilde de auto sleutels hebben, ook die van de bezoeker. Toen werd ik bang. Met drie auto''s konden zij heel wat kinderen als gijzelaars meenemen. Gelukkig waren zij dat niet van plan. Bij hun vertrek gilden zij nog de telefoonkabel te hebben doorgesneden, dat 20 man om het huis stonden en dat wij beslist niet naar buiten mochten.

Zij waren nog niet vertrokken en wij vlogen naar het raam om te zien welke richting zij namen en wat voor kleur hun motoren had. Toen vloog ik naar de telefoon, die gelukkig alleen maar uit de stekker was gehaald (wij hadden ook nog de mobiele telefoon over) en belde de politie in Barra en São Francisco, de twee uiteinden van onze gemeente. Binnen 10 minuten hoorden wij van een passant dat een vuurgevecht had plaats gevonden tussen de politie en dat gespuis vlak bij São Francisco en dat 2 van de 4 daders al gepakt waren. Met de reserve sleutel van een van de auto''s ben ik met Jamilia, de lerares en Domingos, de klusjes man, naar de politie in São Francisco gegaan om de daders te herkennen en getuigenis af te leggen.

De twee gevangenen waren inderdaad onze overvallers. De twee anderen waren gevlucht maar niet zo lang daarna werden zij gesignaleerd in een andere dorp. De politie van dat dorp en van São Francisco achter hen aan. Zij zijn niet gepakt, wel hun wapens die zij in hun vlucht zijn kwijtgeraakt. De zoektocht heeft de hele middag in beslag genomen en wij maar wachten op het politie bureau want wij moesten mee naar Campos om de aanklacht in te dienen. Uiteindelijk waren wij met zijn drietjes pas om 1 uur ''s nachts terug. Op 23 oktober hoorde ik van een politie agent dat een derde man is aangehouden en dat mijn gouden kettinkje dat zij ook hadden meegenomen hoogst waarschijnlijk terecht is. Die is gevonden bij een heler.

Gelukkig heeft niemand een er trauma van overgehouden. Zelfs de kleinste kinderen waren snel over hun schrik heen. Ik denk dat het feit dat alle volwassenen vrij rustig waren, neutraliserend heeft gewerkt bij de kinderen. De volgende dag hadden wij fotografen, camera mensen etc. over de vloer en wij maakten geintjes van: gisteren waren wapens op ons gericht, vandaag zijn het fotocamera''s. De officier van Justitie en zijn maatschappelijk werkster zijn ook de volgende dag met de kinderen komen praten en daarna was 12 oktober: de Dag van het Kind in Brazilië en de bewonersraad van Barra do Itabapoana heeft hier een groot feest voor de kinderen gemaakt en dat was veel leuker dan een stel bandieten.

Ieder een spreekt schande over deze gebeurtenis, de politie van de hele gemeente kent ons intussen en bieden allemaal hun diensten aan en er is werkelijk niemand meer die niet van ons bestaan op de hoogte is.

Na die golf van belangstelling die wij hebben gehad kwam bij mij een herinnering op: in 1993/ 1994 belde ik een redacteur van een krant op (zijn naam weet ik niet meer) en vroeg of hij niet een stukje over onze Stichting kon en/of wilde schrijven. Zijn antwoord was negatief want wat wij deden was absoluut niet interessant voor zijn lezers. Ik mocht bij hem terug komen als ik ooit door bandieten werd overvallen of een mes in mijn ribben had gekregen. Helaas, die man had gelijk. In al die jaren die wij hier werken hebben wij nog nooit zo veel belangstelling gehad als nu met deze overval.

Maar ik heb ook als ervaring dat als iets naars gebeurt, of als ik in de put zit, gebeurt altijd weer iets heel leuks en opbeurend. Vol vertrouwen wachten wij hier op!!!!

Lucia Schulman.