In juli van dit jaar heb ik de stoute schoenen aangetrokken en aan de vrouw van de gouverneur van de Staat Rio de Janeiro een brief geschreven waarin ik ons aan haar voorstelde en om hulp vroeg.
Na een aantal maanden ging de telefoon. Een van haar secretaresses vertelde mij dat ons verzoek gehonoreerd was, dat wij opgenomen waren in de lijst van Stichtingen die in de toekomst geholpen zouden worden en dat wij morgen in Rio moesten zijn om wat goederen in ontvangst te nemen.
Bij mijn uitleg dat wij 400 km van Rio woonden en dat wij niet zo snel iets konden organiseren had zij geen boodschap. Wij moesten komen anders werden wij van de lijst geschrapt en kwam er een andere stichting voor ons in de plaats. Aangezien erg veel noodlijdende hulpgroepen in Brazilië bestaan, twijfelde ik geen moment aan haar uitspraak.
In allerijl hebben wij Oliveira, één van onze bestuursleden in Brazilië bereid gevonden zijn werk in de steek te laten en op en neer naar Rio te rijden, in ons nieuwe Volkswagen busje, om de goede gave in ontvangst te nemen.
Zijn vrouw belde heel stoutmoedig één van de gemeentesecretarissen en vroeg aan hem of hij bereid was de benzinekosten te dragen. Hij antwoordde bevestigend en betaalde de benodigde 100 Real uit eigen zak. We wisten niet wat ons overkwam!!!
De volgende dag vertrok Oliveira in alle vroegte naar Rio en hij kwam met een paar dozen met levensmiddelen plus 2 zakken zeer bruikbare kleding terug.
Hij kwam ook met het verhaal terug dat dit een nieuw project is dat nog verder moet groeien. Leveranciers staan voedsel af aan de 1ste dame. Zij verdeelt het dan onder de door haar uitgezochte projecten. “Nu hebben wij nog niet zoveel goederen”, zeggen zij, “Heb geduld want het moet nog verder groeien”.
De waarde van de dozen was meer dan 100 Real, maar het was “luxe voedsel”, die wij normaal niet kopen.
Daarna hebben zij weer gebeld., maar dit keer weet ik niet wat wij gekregen hebben, want ik was al in Nederland. Maria heeft alles opgeschreven zodat ik het kan zien als ik in Brazilië terug ben.
Een ding is zeker, als ze je bellen MOET je komen anders is het afgelopen. Natuurlijk zijn wij heel blij met iedere vorm van hulp die wij krijgen en ik vind dat wij een paar keer de goederen moeten ophalen en daarna pas beslissen of het voor ons wel of niet haalbaar is om iedere keer 100 Real onkosten te maken.De gemeentesecretaris is dit keer wel lief geweest maar hij is ook niet gek om de kosten te blijven dragen.
Vanwege de enorme corruptie in Brazilië is het daar gewoonte om nooit geld aan wie dan ook te geven en de hulp die je dan ontvangt komt meestal in natura zoals kleding, schoenen, etenswaren, etc.
Zoals altijd, de goede moeten onder de kwade lijden en het is natuurlijk heel moeilijk het kaf van het koren te scheiden, zeker in zo’n groot land met die enorme afstanden.